FILOSOFIE
WERELDRELIGIES
SPIRITUALITEIT


Voordat ik op de kunstacademie zat, deed ik een Mbo-opleiding apothekersassistente. Ik deed deze opleiding, omdat ik op mijn 16e al klaar was met de middelbare school, mijn ouders me nog niet uit huis wilden laten gaan en er vanuit mijn therapie werd aangeraden om een bezigheid te hebben in mijn dagelijks leven. Die laatste reden was ook de enige reden waarom ik er oké mee was. Deze opleiding had ik een beetje willekeurig uitgekozen. Ik had er nooit passie voor. Maar ik heb hem wel afgemaakt.



Tijdens deze opleiding, was het de bedoeling dat we stage liepen in de apotheek. Ik vond het zulk ziel dodend werk. Er zat gewoon een systeem in, maar totaal geen gevoel of gedachte. Ik vond het zo nep allemaal. De mensen waren compleet het tegenovergestelde van wat ik was. Nuchter, ‘nep-vriendelijk’, ‘niet zeuren en doorgaan’ – mentaliteit. Terwijl ik super gevoelig ben en anders nadacht. Ik kreeg ook altijd het idee dat ze me wel apart vonden. Dat begreep ik ook heel goed: ik was ook anders. Maar ik wist dat ik deze opleiding moest afmaken om HBO te kunnen doen. Ik deed gewoon mijn best om het goed af te ronden, hoe moeilijk dit soms ook was.



Dankzij therapie realiseerde ik me wat ik echt wilde en dat ik naar de kunstacademie wilde. Er was eindelijk licht voor mij aan het eind van de tunnel. Ik had een doel waardoor deze opleiding die mij totaal niet lag afmaken meer de moeite waard was.
Toen ik mijn laatste stage liep voor het afstuderen, vroegen collega’s in de apotheek wel eens wat ik ging doen na mijn studie, waarop ik antwoordde dat ik doorging naar de kunstacademie. Meestal werd hier met bewondering op gereageerd. Ik had dit alleen niet gedeeld met mijn stagebegeleiders. Ik vond het gewoon mijn eigen zaken en vond het het niet waard om dit naar boven te brengen. Ik deed gewoon wat ik moest doen. Ik dacht bij mezelf dat ik maar het beste ervan moest maken, nu ik toch in de apotheek werkte. Ik toonde interesse en vroeg of ze me alles wilden leren.


Op een dag werd ik door mijn stagebegeleiders gevraagd of ik op gesprek wilde komen. Ik had er ook nog eens 4, dus het was nogal intimiderend. Ze zeiden dat ze hadden gehoord van wat collega’s dat ik naar de kunstacademie ging en vroegen waarom ik dit niet had gedeeld. Ik voelde me er heel raar bij, dat ze het als een probleem zagen. Ze zeiden dat als ik toch naar de kunstacademie ging ze niet het nut ervan inzagen om mij alle dingen te leren, waar ik soms om vroeg. Ze zeiden dat ze me gewoon met de opdrachten wilden helpen die ik moest doen om te slagen en niet meer dan dat.
Ik voelde me echt ontzettend betrapt. Alsof ik een geheim voor hun verborgen had gehouden en dat geheim was wie ik echt was. En wie ik echt was werd zojuist afgekeurd. Ik voelde me alsof ze zeiden: jij hoort er niet bij. De tranen stonden in mijn ogen en ik moest ontzettend hard mijn best doen om niet in huilen uit te barsten.


De manier waarop ik hier mee omging was door gewoon te knikken en het te begrijpen. Ik voelde niet in dat moment, dat ik voor mijn waardes kon opkomen. Ik wilde het ook niet moeilijker maken voor mezelf. Alles wat ik wilde van hun was een goede beoordeling, zodat ik kon slagen. Dus het voelde ook alsof ik geen keuze had, wat geen fijn gevoel was. Daarnaast: als ik ook maar een woord had gezegd over hoe ik erover dacht, was ik in huilen uitgebarsten. Ik vond niet dat deze mensen het verdienden om dat te zien. Ik verwachtte ook niet dat ze het zouden begrijpen. Ik heb het dus geslikt. Ik heb mezelf erop gepakt en heb gewoon mijn werk gedaan, tot ik geslaagd was.

Apothekersassistente
CASUS NORMATIEVE PROFESSIONALISERING

Mijn ervaring
Een doel
Afgekeurd
Gewoon knikken